Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog wordt de  Liesel op 10 jarige leeftijd overgebracht naar Molching, Een Duits plaatsje dichtbij München. Haar broertje is in de trein gestorven en haar moeder kan niet meer voor haar zorgen. In een van de armste straten wonen Rosa Hubermann en haar man Hans, Liesels gaat naar haar toekomstige pleegouders. Als Liesel voor een grote brandstapel staat van boeken die van Joden of andere verzets mensen ziet ze een boek liggen. Ze neemt het boek stiekem mee, maar ze kan nog niet lezen en schrijven. Als Hans ziet dat Liesel dat boek heeft leert hij haar lezen en schrijven. Rosa is heel streng en is niet de moeder waar Liesel op had gehoopt. De indringende speeches en giftige woorden van Hitler laten het Duitsland van de jaren ’30 immers niet onbewogen. Liesel groeit redelijk onbezorgd op. Ze voetbalt op straat met haar vriendjes, Rudy is haar beste vriend. Liesel en haar pleegouders krijgen steeds meer last van de oorlog, vooral als ze de Joodse Max een onderduik adres bieden. Steeds meer spanning komt er in Liesels leven. Als de oorlog erger wordt ook Hans opgeroepen om in het leger te komen. Liesel en Rosa schuilen meerdere keren in een schuilkuilder met allemaal andere mensen.